In mijn vorige blog “De gemiddelde leerling bestaat niet” gaf ik aan dat we al bij het ontwerp van onze lessen rekening moeten houden met verschillen tussen leerlingen.
“Maar”, zul je dan misschien zeggen: “personaliseren in de klas is toch al moeilijk genoeg. Hoe moet ik dan bij het ontwerp van lessen al rekening houden met verschillen tussen leerlingen die ik helemaal niet ken?”

Persona’s

Het antwoord op deze vraag is het gebruiken van zogenaamde persona’s. Een persona is een karakterisering van een bepaald type persoon uit onze doelgroep, in dit geval dus onze leerlingen. Persona’s worden veel gebruikt in de marketing en bij het gebruiksvriendelijk maken van websites.
Maar we kunnen ze dus ook toepassen bij het leerlingvriendelijk maken van onze lessen.

Een persona is dus een fictief persoon met een aantal kenmerken die model staat voor een deel van de leerlingen. We geven deze persona een naam, NAW-gegevens, een foto, een thuissituaties en eigenschappen, hobby’s en geschiedenis. Zo gaat een persona een beetje, en soms heel echt voor ons leven.

Door bijvoorbeeld 3 of 4 persona’s te kiezen kunnen we onze gevarieerde groep leerlingen grotendeels afdekken.

Hoe pakken we dit aan in de praktijk?

We definiëren de persona’s met de groep docenten die aan het vakoverstijgende project gaan werken:

  1. We verdelen de groep docenten in 2 of 3 subgroepen op zo’n manier dat de docenten in de subgroep voor een deel aan dezelfde leerlingen lesgeven. In iedere groep zit een “schrijver”. Dat kan een docent Nederlands zijn of iemand anders die goed is in het schrijven van prettig leesbare teksten.
  2. Per groep stel je 2 persona’s op. Het is de bedoeling dat die veel van elkaar verschillen.
  3. Je kunt als je dat wilt samen brainstormen over een mengeling van een paar echte leerlingen die jullie als model voor een persona gebruiken. Net als een fictieschrijver dat vaak doet bij het vormgeven van de personen in een verhaal. Maar dat hoeft niet.
    Let op: een persona mag nooit te herleiden zijn tot één echte leerling.
  4. Beschrijf op een flipovervel iedere persona aan de hand van het bijgaande template. Het voordeel van het gebruik van het template is dat je de persona’s makkelijk kunt beschrijven zonder belangrijke zaken te vergeten. Hiernaast zie je een ingevuld voorbeeld.
  5. Hang de flipovers op, laat ze kort toelichten door de makers en kies er met de hele groep drie uit waarmee je de hele doelgroep het beste afdekt.

Het is vervolgens een goed idee om de beschrijving van de persona’s op bijvoorbeeld een A3-poster in de projectruimte of in de docentenkamer op te hangen. Zo word je regelmatig met de persona’s geconfronteerd en stem je zowel bewust als onbewust het curriculum ontwerp af op de persona’s.

We hoeven nu bij het ontwerp van ons vakoverstijgende curriculum alleen nog maar na te gaan of dit aansluit bij onze groep van persona’s.

In de komende weken verschijnen hier meer artikelen over vakoverstijgend werken. En eind januari op de NOT, zullen we voorbeelden laten zien van hoe we dit met Summar.io aanpakken.

Deel 1 – Kinderen denken niet in vakken
Deel 2 – De gemiddelde leerling bestaat niet
Deel 3 – Voor wie doen we het eigenlijk?

One Comment

  1. De gemiddelde leerling bestaat niet | Summario.com

    […] Deel 1 – Kinderen denken niet in vakkenDeel 2 – De gemiddelde leerling bestaat nietDeel 3 – Voor wie doen we het eigenlijk […]

Leave a Reply to De gemiddelde leerling bestaat niet | Summario.com Cancel Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>