Dat is één van de conclusies die je trekt na het lezen van “De mythe van het gemiddelde” van Katie Novak, terwijl je je gelijk realiseert in hoeveel situaties we dat gemiddelde op school en in de maatschappij onterecht een hoofdrol laten spelen.

We tellen ongelijksoortige leerling producten bij elkaar op,  rekenen een al dan niet gewogen gemiddelde uit en hebben de illusie dat we daarmee tot één decimaal nauwkeurig zouden kunnen bepalen of een leerling overgaat of een heel jaar mag overdoen.
Omdat we eigenlijk wel weten dat leerlingen verschillend zijn, repareren we onze lessen vaak met een herhalingsoefening voor de ene leerling en wat verdieping voor de andere.
Maar eigenlijk moeten we de conclusie dat de gemiddelde leerling niet bestaat, al meenemen in het ontwerp van onze lessen en ervan uitgaan dat elk kind andere vaardigheden, behoeften en interesses heeft.

En dat is nu precies het uitgangspunt van UDL: Universal design for Learning.
De term universeel ontwerp komt oorspronkelijk uit de architectuur. Het gaat er dan om gebouwen zo te ontwerpen dat ze goed toegankelijk zijn voor alle gebruikers.
Wij moeten dus onze lessen zo ontwerpen dat ze toegankelijk zijn voor alle leerlingen waar we mee te maken krijgen.

In de vorige blog: “Kinderen denken niet in vakken” zijn we begonnen met de introductie van vakoverstijgend werken. In deze blog gaan we verder en kijken we hoe we UDL kunnen gebruiken als basis bij het ontwerp van een vakoverstijgend curriculum.

A “whole brain” approach

Het uitgangspunt van UDL is dat we het lesmateriaal ontwikkelen volgens drie basisprincipes:

  • Betrokkenheid – het materiaal sluit aan op context en intrinsieke motivatie van de leerling; dat is wat we in ons model voor vakoverstijgend werken “uitdaging en avontuur” hebben genoemd. Omdat leerlingen verschillend zijn, moeten we dus meerdere contexten ondersteunen.
  • Representatie – informatie wordt op verschillende manieren aangeboden zodat de informatie aansluit op verschillende leervoorkeuren
  • Actie en expressie – leerlingen hebben verschillende manieren om hun leerresultaat aan te tonen, dus niet alleen een standaard schriftelijke toets, die vaak als enige voordeel heeft dat deze aansluit op het examen.

Onderzoek toont aan dat op deze manier de hersenen van leerlingen het beste worden gestimuleerd.

In Summario werken we dit uit in 3 leerfases: Introductie, Aan de slag en Laat zien wat je kunt. Per leerfase zijn er verschillende mogelijkheden om het leermateriaal vorm te geven, zowel traditioneel als digitaal.

In onderstaand schema zie je steeds per leerfase een aantal mogelijkheden, waarbij steeds wordt gestart met de meest traditionele:

Dus in een heel traditionele leersituatie vertelt de docent de theorie, daarna gaan de leerlingen oefenen en maken ze een proefwerk. Dat doen ze alleen en binnen de school. Nu zijn al deze onderdelen bruikbaar, maar zullen ze op deze manier slecht enkele leerlingen aanspreken.

Bij een vakoverstijgend curriculum past vaak een combinatie van werkvormen die er bijvoorbeeld zo uit zou kunnen zien:

  • De theorie wordt in de leeromgeving gestructureerd aangeboden met tekst, afbeeldingen en schema’s en een video. De theorie bevat links naar Internet waar de theorie vanuit een ander standpunt wordt belicht of waar verdieping kan worden gevonden.
  • Vervolgens maken leerlingen soms alleen en soms in tweetallen een aantal vragen waarin ze de theorie verwerken. Soms hebben ze daarvoor meer informatie nodig en daarom bevatten de vragen suggesties voor te gebruiken zoekwoorden om de informatie op te zoeken. Wellicht kunnen ze ook, bijvoorbeeld telefonisch contact zoeken met een externe deskundige.
  • Ze sluiten af met het doen van en presenteren van een onderzoek. In dat onderzoek worden de taken en rollen door de leerlingen zelf gekozen, gecoacht door de docent, zodat iedere leerling op de beste manier het eigen leerresultaat kan laten zien.

Zoals je ziet, bied je op deze manier steeds verschillende mogelijkheden aan voor iedere soort leeractiviteit.

Welke mogelijkheden je zou moeten aanbieden en hoe je deze manier van leermateriaal ontwerpen beheersbaar houdt, lees je in de volgende blog over zogenaamde Persona’s.

Literatuur voor verdieping

Loui Lord Nelson – Universal design for learning in de praktijk – Pelckmans Pro, 2016

Todd Rose – De mythe van het gemiddelde – A.W. Bruna, 2016

In de komende weken verschijnen hier meer artikelen over vakoverstijgend werken. En eind Januari op de NOT, zullen we voorbeelden laten zien van hoe we dit met Summario aanpakken.

Deel 1 – Kinderen denken niet in vakken
Deel 2 – De gemiddelde leerling bestaat niet
Deel 3 – Voor wie doen we het eigenlijk

One Comment

  1. Kinderen denken niet in vakken | Summario.com

    […] 1 – Kinderen denken niet in vakkenDeel 2 – De gemiddelde leerling bestaat nietDeel 3 – Voor wie doen we het […]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>