Eén van de belangrijkste taken die we als school hebben, is om onze leerlingen te leren om zelf de regie te nemen over hun eigen leerproces: zelfsturend leren.

Dit betekent niet dat we leerlingen zonder drijfmiddelen in het diepe gooien, maar dat we hen stapsgewijs leren om zelf te bepalen wat ze wanneer moeten doen om hun doelen te halen en wat en vooral ook wie ze daarvoor nodig hebben.

Gefaseerd loslaten dus!

Ook hier komen dus weer de Zone van de naaste ontwikkeling uit mijn blog “Kinderen denken niet in vakken” en de leerstrategieën uit mijn blog “Buiten het boekje” aan de orde.

Zelfsturend leren

Om het concept van zelfsturend leren vorm te geven, gebruik ik het cyclische model van Barry Zimmerman. In zijn artikel “Becoming a Self-Regulated Learner: An Overview”, stelt Zimmerman dat er een sterke correlatie bestaat tussen zelfsturend leren en succesvol leren.

Zimmerman’s model bevat drie cyclische fasen. De Forethought phase bevat processen en overtuigingen die een rol spelen voorafgaand aan het leren, de Performance phase bevat processen die plaatsvinden tijdens het leren en de Self-reflection phase bevat processen die plaatsvinden na afloop van het leren.

Hoe maken we effectief zelfsturend leren mogelijk?

Om leerlingen succesvol te ondersteunen om zich deze zelfsturende leerprocessen eigen te maken zijn volgens mij vier factoren van belang:

  • Vaardigheden en overtuigingen van de leerling;
  • Uitstekende docentvaardigheden;
  • Geschikte leerinhouden duidelijke leerdoelen;
  • Een leerplatform dat is ingericht voor het ondersteunen van zelfsturend leren. 
Leerling

De leerling moet leerstrategieën en overtuigingen ontwikkelen gerelateerd aan zelfsturend leren. Natuurlijk zijn niet alle vaardigheden, strategieën en overtuigingen aan het begin aanwezig, maar dit is wel één van de belangrijkste punten waar leerlingen aan moeten werken en die vanwege het hefboomeffect ondersteund moeten worden door de docent, de leerinhoud en het leerplatform. Leren wordt dan leuker en effectiever.

Docent

De docent moet zich veel meer gedragen als coach dan als instructeur. De docent moet de leerlingen helpen om hun zelfsturende processen en overtuigingen te ontwikkelen en waardevolle procesgerichte feedback geven. Vaak werkt daarbij het stellen van vragen aan de leerling het beste. En als het nodig is of als de actualiteit er om vraagt moet een docent aanvullende leerinhoud kunnen maken.

Leerinhoud

In de leerinhoud moet de relatie met de leerdoelen eenduidig en duidelijk zijn. Ook moet zijn beschreven wat het te verwachten leerresultaat is en wat de waarde van de leerinhoud is voor de leerling (anders dan vereist voor het examen!). Verder moet duidelijk zijn hoeveel tijd de meeste leerlingen nodig hebben en moet er rekening gehouden worden met verschillende leervoorkeuren. Tenslotte moet in de leerinhoud ruimte opgenomen zijn voor evaluatie en reflectie.

Leerplatform

Natuurlijk moet een leerplatform het leerproces ondersteunen, maar dat is pas het begin. Het moet ook de mogelijkheid bieden om doelen vast te leggen en ondersteuning bieden in het maken van plannen. Ook moet er gebruikgemaakt kunnen worden van dashboards waarop je in één oogopslag kunt zien hoe het staat met de voortgang en welke de mogelijkheid bieden aan de leerling om zichzelf te beoordelen en te evalueren. 

In de komende weken verschijnen hier meer artikelen over vakoverstijgend werken. En eind januari op de NOT, zullen we voorbeelden laten zien van hoe we dit met Summar.io aanpakken.

Deel 1 – Kinderen denken niet in vakken
Deel 2 – De gemiddelde leerling bestaat niet
Deel 3 – Voor wie doen we het eigenlijk?
Deel 4 – Uitdagend en avontuurlijk onderwijs

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>